Nieuwsbrief Juni 2021
Fotoalbum: Juni 2021
















Begin Juni: Reservaat polder Stein Noord op zijn "mooist".
In de 1e week van juni lag de polder Stein Noord er zeer kleurig bij. Slootkanten geel gekleurd van de vele bloeiende gele lissen en grote zeggensoorten, hier en daar onderbroken door het roze van plekjes met echte koekoeksbloemen en moerasrolklaver. In de graslanden van het type veldzuringhooiland zelfs hier en daar tapijten van kruipende- en scherpe boterbloemen; echte koekoeksbloemen groeien hier en daar soms zelfs in middendelen van hooilanden. Op verschillende hekpalen grutto's en tureluurs druk alarmerend omdat er kuikens in de buurt rond scharrelden. Toch is het niet allemaal koek en ei met de plantensoorten. Er zijn ook soorten die steeds meer beginnen te domineren en welke minder gewenst zijn omdat ze bekend staan als probleem/storingsoorten.
Probleemsoorten
Zo'n probleemsoort is fluitenkruid. Mooi om te zien als deze bloeit maar inmiddels is 1/3 deel van het reservaat bedekt met deze hoog opgaande schermbloemachtige. Er wordt door SBB hard aan gewerkt om het fluitenkruid terug te dringen wat o.a. gebeurt door de planten voor de zaadzetting af te maaien. Nog enkele andere probleemsoorten zijn pitrus, krul- en ridderzuring (hardijzers), akkerdistel, grote brandnetel en hondsdraf die in een aantal percelen algemeen voorkomen en zelfs de vegetatie beginnen te bepalen. Kale jonker, een distelachtige en doelsoort in vochtige extensieve hooilanden, heeft zich op een paar percelen zo massaal uitgebreid dat er geen belangstelling meer is bij pachters voor het gewas met al die stekels er in. De koeien willen het niet vreten.

Gele lissen en echte koekoeksbloemen langs een slootkant in de polder Stein Noord. Foto: 4 juni 2021

Massale groei van fluitenkruid

Massale groei van kale jonker
Kwelindicator: Bosbies
De bosbies (Scirpus sylvaticus) behoort tot de cypergrassenfamilie (Cyperaceae). De plant groeit op natte, matig voedselrijke grond vooral op kwelplaatsen, langs rivieren, beken en sloten. Bosbies is in het gebied rond Gouda-Reeuwijk zeldzaam. Ik ken de soort tegenwoordig maar van een paar groeiplaatsen, en opvallend allemaal van plekken waar sprake is van dijkkwel, d.w.z. water wat vanuit de rivier of boezem door een dijk heen kwelt. De plant komt o.a. voor op twee plaatsen langs de Hollandse IJssel n.l. een groeiplaats in de Draakpolder tussen Haastrecht en Oudewater aan de voet van de dijk langs de gekanaliseerde Hollandse IJssel. Nog een groeiplaats is er langs een dijkje in de uiterwaard van de voormalige polder Willens bij Gouda. En als laatste een groeiplaats in de oever van de Prinsendijk in de polder Oukoop in Reeuwijk. Vroeger kwam de soort langs de Enkele Wiericke op meerdere plaatsen voor, maar door veranderend agrarisch beheer is de soort flink afgenomen.

Bloeiwijze van bosbies. Reeuwijk polder Oukoop langs de Prinsendijk. Foto: 9 juni 2021
Bijzonder: Zeer zorgzaam paartje tureluurouders met vier kuikens
Verbazende tamheid kuikens
Ik kijk al 60 jaar naar vogels waarbij weidevogels mijn grote interesse hebben. Nooit eerder heb ik een tureluurpaar zo goed kunnen volgen tijdens het opgroeien van de kuikens. Wat ook zo bijzonder is dat het paar lang 4 kuikens
leek groot te gaan brengen, maar uiteindelijk zijn dat er 3 geworden. En ook bijzonder het tamme gedrag van de kuikens. Ze trokken zich weinig aan van de vele fietsers en wandelaars die langskwamen en met veel interesse keken naar het heen en weer dribbelen van de jonge tureluurs door de plasdras op zoek naar voedsel. De kuikens zijn de volledige opgroeiperiode vrijwel op dezelfde plek geconcentreerd gebleven n.l. een stukje plasdras die ontstaan was door het inmalen van water uit de Vlist.
De kuikens zijn omstreeks 22 mei geboren en vanaf 28 mei kon ik de opgroei fotografiasch exact volgen. Op 24 juni waren de kuikens volledig vliegvlug maar de ouders waakten ook toen nog steeds over de kuikens.

Op de voorgrond het inmiddels opdrogend stukje plasdras, voedselgebiedje van een tureluurpaar met aanvankelijk 4 en later 3 kuikens. Door opnieuw inmalen van Vlistwater met de watermolen is het plasje na 4 juni weer vergroot. Foto: 4 juni 2021
Het is 28 mei 2021. De 1e mooie zonnige dag na een periode van enkele weken van kou en regen. Een tureluurpaar loopt met vier kuikens van ruim een week oud op een plasdras bij natuurgebied de Hooge Boezem bij Haastrecht. De kuikens voedsel zoekend tussen de begroeiing van veenwortel op een plasdras die is achter gebleven nadat de watermolen het grasland tijdelijk onder water had gemalen.
Opvallend het tureluurgezin met de vier kuikens had deze plasdras ruim een week als vaste verblijfplaats. Meerdere dagen waren kuikens en ouders te bewonderen. Als er gevaar dreigde, de ouders gaven dat aan, liepen de kuikens naar een van de pitruspollen die er groeiden om zich daar te verstoppen. Ook als ze wilden uitrusten gebruikten ze zo'n pitruspol als schuilplek. Op 4 juni 2021 leek het er op dat de familie was vertrokken maar ze bleken nog steeds op het perceel aanwezig te zijn, maar nu in en rond een diepe greppel waar nog wat water in stond. Nog steeds was het broedsel compleet met vier kuikens die al aardig waren gegroeid.
Op 11 juni 2021 kwam ik de familie weer tegen nog steeds op hetzelfde perceel, maar wat verder op afstand. De kuikens waarvan ik er nu 3 telde bijna vliegvlug.
13 juni 2021 waren de 3 kuikens weer aanwezig op hun vaste plekje, een plasje, waar ze druk waren met insecten vangen. De kuikens waren vrijwel vliegvlug
15 juni 2021. De tureluur familie had zich verplaatst naar een vrij grote plasdras poel. De kuikens waren zich duidelijk aan het voorbereiden op het moment dat ze zouden kunnen vliegen. Opmerkelijk trouwens, de dag er voor, op 14 juni 2021 liep er nog een paartje tureluur in het gebied rond met kuikentjes van hooguit 2 dagen oud. Een laat broedsel of een vervolglegsel.
24 juni 2021. Het tureluurpaar nog steeds wakend over drie vliegvlugge kuikens. Druk voedsel zoekend in de plasdras waar ze opgegroeid zijn. Af en toe lieten ze zien dat ze heel goed konden vliegen.
Een van de drie Tureluurkuikens: Foto 24 juni 2021

Tureluurkuikens: Foto 15 juni 2021

De eerste vliegoefeningen maar nu op een grotere plasdras. Foto: 15 juni 2021
Tureluurkuiken: Foto 13 juni 2021

Een van de drie tureluurkuikens voedselzoekend in het plasje op 13 juni 2021. Nu bijna of al vliegvlug.
Tureluurkuiken: Foto 5 juni 2021

Tureluurkuiken van ruim twee weken oud. Hooge Boezem Haastrecht. Foto: 5 juni 2021. Het tureluurpaar nog steeds
met vier kuikens bij een plasdras maar nu op andere plek. Reden is het opmalen van water op het perceel door watermolen op deze dag.
Tureluurkuiken: Foto 28 mei 2021

Tureluurkuiken van ca. ruim een week oud. Hooge Boezem Haastrecht. Foto: 28 mei 2021. Het tureluurpaar liep met 4 kuikens
bij een plasdras.
Fotoalbum: Tureluur


































Een 20-tal tjirpende veenmollen
Op een avondrondje op 3 juni 2021 door het poldergebied van Reeuwijk-Haastrecht hoorde ik op diverse plekken het tjirpen van de veenmol. Na een lange periode van kou en regen was het nu een zonnige warme avond. De veenmollen waren daardoor zeer actief. Over de veenmol is vrij veel bekend, ook over de voortplanting. Het mannetje maakt een holletje en gaat in de ingang daarvan zitten tjirpen op zo'n plaats dat de holte het geluid versterkt.
Veenmollen zijn niet zeldzaam. Het voedsel bestaat voor een deel uit plantendelen, vooral wortels en blaadjes, maar er worden ook andere dieren gegeten. Onder andere regenwormen, maar vooral de larven van andere insecten die ook onder de grond leven en meestal aan wortels knagen, zoals ritnaalden.

Veenmol kruipend over het fiets/wandelpad Hoonaardpad polder Keulevaart. Foto: 23 maart 2010.
Slaapplaats kleine mantelmeeuwen op de Hooge Boezem
Sinds enkele jaren zie je boven graslanden steeds meer kleine mantelmeeuwen vliegen. Een betrekkelijk nieuw fenomeen want ik kan me dat van vroeger niet herinneren. Speurend naar voedsel waartoe ook vogelkuikens waaronder weidevogelpulli behoren. Als graslanden gemaaid zijn komen er naast blauwe reigers, ooievaars, zwarte kraaien ook kleine mantelmeeuwen op af om eventuele restanten van dieren die de maaibeurt niet hebben overleefd op te eten. Ze hebben zich min of meer als vaste bewoners in het poldergebied rond Gouda-Reeuwijk gevestigd want op een late grutto-avondtelling op de Hooge Boezem bij Haastrecht telde ik een groep van 16 exemplaren die hier de nacht gingen doorbrengen. Maar ook in de binnenstad van Gouda zie ik exemplaren die het vooral voorzien hebben op plastic zakken met plasticafval in de hoop dat er voedselresten in zitten. Her en der ligt er dan afval van de open gemaakte zakken met erbij een kleine mantelmeeuw.
Er is dit voorjaar zelfs een paar gaan nestelen op de Hooge Boezem in de buurt van de kokmeeuwkolonie maar de vogels hebben het broeden om de een of andere reden gestaakt.
Mij werd ook verteld dat op de plasdras in de polder Stein soms enkele tientallen kleine mantelmeeuwen komen overnachten.

Een groep van 16 kleine mantelmeeuwen op de Hooge Boezem om 22.25 uur. Klaar om te gaan overnachten.