December 2010 Grote zilverreigers in het Recreatiegebied de Goudse Hout


Een betrekkelijk nieuw fenomeen is de verschijning van grote zilverreigers in het Groene Hart van  West-Nederland en de rest van Nederland. Steeds meer grote zilverreigers zijn in de herfst, winter en voorjaar te bewonderen in de polders rond de Reeuwijkse Plassen. Tot voor kort was de aanwezigheid van een grote zilverreiger in de Goudse Hout een absolute zeldzaamheid, maar in de maanden Oktober-November van 2010 zag ik bijna steevast een exemplaar sluipend in ondiep water of in de oevers langs sloten in de Goudse Hout. 
Op 10 november 2010 waren er zelfs twee exemplaren aanwezig. Overdag op zoek naar voedsel in sloten van de Goudse Hout en tegen de avond vertrekkend naar een moerasbosje in de aangrenzende polder Stein (reservaat Staatsbosbeheer) om daar gaan overnachten in een elzenbosje.


Grote zilverreiger op 10 november 2010 in het centrum van de Goudse Hout. Op de achtergrond 
het gebouwtje van fietsclub Excelsior.

Grote zilverreiger in het oostelijke graslandgebied van de Goudse Hout. Op de achtergrond de bebouwing van de Platteweg.


Grote zilverreiger 10 november 2010 in het graslandgebied in het midden van de Goudse Hout. 
De zilverreiger zat vlak bij de paal met het ooievaarsnest erop.



Landelijke aantalsontwikkeling
De Oostvaardersplassen in Flevoland zijn op dit ogenblik het belangrijkste broedgebied van grote zilverreigers in Nederland. Er broeden ongeveer 100-150 broedparen. Tot voor kort kwamen broedpopulaties van  grote zilverreigers vrijwel alleen in het mediterrane gebied voor. Omdat in Nederland nieuwe (geschikte) broedgebieden zijn aangelegd heeft deze hagelwitte reiger zijn verspreiding inmiddels uitgebreid tot in Nederland. 

De in Nederland broedende grote zilverreigers betreft een afzonderlijke noordelijke broedpopulatie. De dichtst in de buurt gelegen omvangrijke kolonies bevinden zich in deNeusiedlersee in Oostenrijk, en er zijn kleinere broedvestigingen in Midden- en Zuid-Frankrijk enin Noord-Spanje. De Europese populatie schommelde tussen 1970-1990 ongeveer tussen de 2.500 - 4.000 paren. 


Het aantal broedparen van grote zilverreigers in Nederland steeg geleidelijk tussen 1978 en 2007 naar 150. Aanvankelijk dacht men dat dit een tijdelijke zaak was maar het gaat deze soort steeds beter voor de wind.
Buiten de broedtijd wordt de grote zilverreiger in Nederland en België ook steeds vaker waargenomen. De grote zilverreigers die buiten het broedseizoen in Nederland pleisteren zijn maar ten dele vogels afkomstig uit de Nederlandse broedpopulatie. Een (fors) deel van de in Nederland overwinterende grote zilverreigers betreft vogels uit meer oostelijk gelegen landen. In tegenstelling tot de kleine zilverreiger trekken  grote zilverreigers nauwelijks weg en zijn daardoor ook in de winter in Nederland te zien. 

Zo ook dus de grote zilverreigers in de Goudse Hout.


Sneeuw en vorst in de Goudse Hout
Het is 5 december 2010. Na een paar dagen met flinke vorst is de afgelopen nacht de dooi flink ingevallen. Op zoek naar mooie fotoplaatjes fietsend langs de Achterwillens zie ik in de Goudse Hout in een sloot op het ijs zittend een groepje grote zilverreigers tezamen met een paar blauwe reigers. Zowel de blauwe- als de grote zilverreigers tonen veel interesse voor een groot wak langs de Achterwillense Weg. Eenden en knobbelzwanen hebben een flink wak open gehouden maar de reigers durven niet langs de rand te gaan vissen vanwege de vele wandelaars en de auto's die langs rijden. Alles bij elkaar telde ik in de omgeving van het wak een totaal van 8 grote zilverreigers en een 13-tal blauwe reigers. De aanwezigheid van de grote zilverreigers is goed te verklaren. In de aangrenzende polder Stein waren alle sloten al een paar dagen dichtgevroren dus viel er voor de zilverreigers niet veel meer te eten. In de polder Stein bevindt zich een slaapplaats van grote zilverreigers.  Dagelijks slapen er ongeveer ongeveer ca. 25 grote zilverreigers in een moerasbosje. Een aantal exemplaren is naar de Goudse Hout getrokken in de hoop er bij het wak wat voedsel te vinden. Als het een aantal dagen flink vriest trekt vis naar het open water van een wak. Het wak langs de Achterwillense Weg, opengehouden door eenden en knobbelzwanen, oefende een grote aantrekkingskracht uit op aalscholvers, meeuwen en dus ook grote zilverreigers.


Overzichtsfoto van een vijftal grote zilverreigers. Ze zijn behoorlijk hongerig want 
al een paar dagen zijn de meeste sloten in het Groene Hart dichtgevroren. De grote zilverreiger 
op de achtergrond probeert een dood visje van onder het ijs uit te pikken.


Grote zilverreigers en blauwe reigers op een bevroren sloot in de Goudse Hout. 
Op de achtergrond wandelende recreanten. Verschillende van die recreanten spraken mij 
(betiteld als man met fototoeter) erop aan dat er zulke en zoveel van die bijzondere witte reigers 
aanwezig waren in de Goudse Hout.        



De grote zilverreigers wat meer close up in beeld gebracht via telelens werking.


Links een grote zilverreiger in een besneeuwd landschap met op de achtergrond een rij knotwilgen.
Rechts een vissende grote zilverreiger bij een klein wakje. Rond de vogel scharrelen waterhoentjes 
en een wilde eend.


Blauwe reigers vissend bij een klein wakje. Op de voorgrond een adult exemplaar. Op de achtergrond een 1e jaars vogel.

Even later. De 1e jaars blauwe reiger heeft een snoek te pakken.

De dooi valt in: visrestaurant voor reigers en meeuwen

Een week later viel mij het geconcentreerd voorkomen op van een flink aantal blauwe- en grote zilverreigers in het recreatiegebied de Goudse Hout. De vogels hielden zich op in de buurt van een paar kleine wakken en 'hengelden' er met grote regelmaat vissen uit waaronder zelfs een paar aardige snoeken. Zondag 12 december 2010 vroeg in de ochtend was het een drukte van je welste bij een stuk sloot waarvan grote delen waren opengevallen door de dooi. Een paar honderd meeuwen en een 15-tal reigers waartussen twee grote zilverreigers genoten van een feestmaal welke bestond uit de vele dode- en versufte vissen. De wind blies uit het noorden in mijn gezicht. Dat er veel dode vis in de sloot moest liggen werd bevestigd door de vislucht die mijn neusgaten indrong. De meeuwen wisten wel raad met al die vis zoals op de onderstaande foto's is te zien. Ook de blauwe- en grote zilverreigers pikten het ene naar het andere visje uit het water. Waarom zoveel dode vis? Uiteindelijk had het nog maar een paar dagen gevroren. Het ijs op de sloten was door sneeuwval bedekt met een laag sneeuw en onderstaande sloot was ook nog eens bedekt met een dicht tapijt van grote kroosvaren. Een sneeuwlaag op ijs is hinderlijk voor schaatsers; maar voor vissen kan het dodelijk zijn. Het zonlicht kan niet meer doordringen in het water onder het ijs waardoor de hoeveelheid zuurstof snel afneemt. Een dikke laag bagger en de ondiepte van sloten versnelt de afname van zuurstof nog eens extra en dat is de reden waarom behoorlijke hoeveelheden vis zijn doodgegaan. Relativerend: het vormt een onderdeel van het (vogel)leven: de een zijn dood is de ander zijn brood.


Kok- en stormmeeuwen bezig met de smulpartij van dode vis.

Grote zilverreiger heeft een dood visje opgepakt. Het opbollende en wit geworden oog van het visje verraadt  dat het exemplaar al enige tijd dood is.



Grote zilverreiger heeft een visje te pakken


Meeuwen storten zich massaal op een prooi