29 juni 2010 Over boerenschouwen en praamschouwen in het Groene Hart

Voordat het tijdperk van de tractor intrad werd veel werk op de boerderijen in het Groene Hart uitgevoerd met behulp van paard en wagen. Daarnaast waren polderschouwen en praamschouwen uiterst belangrijke hulpmiddelen voor boer en tuinder. Op de momenten dat de polders voor paard en wagen te nat waren kon de schouw gebruikt worden als belangrijk hulpmiddel om het boerenwerk te kunnen doen. De schouw werd o.a. gebruikt om gier en stalmest naar de graslanden te vervoeren, men ging er mee melken en gebruikte hem om te baggeren, vervoerde er hooi en takhout mee en met de wat groter uitgevallen praamschouw vervoerde men zelfs jong- en melkvee. 
De schouw was met name een belangrijk vervoersmiddel in de periode dat er nog geen ruilverkavelingen hadden plaatsgevonden. Veel grasland van boeren lag er toen erg versnipperd bij. Boeren moesten soms flinke afstanden afleggen om bij het land te komen en dat land was alleen met schouw of praam te bereiken. Dat is nu allemaal anders. Het meeste grasland ligt nu rond de boerderij en de percelen zijn allemaal machinaal te bereiken. De schouw is niet meer nodig. Trouwens, de vele vaste dammen die zijn aangelegd maken een tochtje maken per schouw vrijwel onmogelijk en veel sloten zijn zo ondiep geworden dat er nauwelijks te varen valt.


Op de Goudse Havendagen waren in Juni 2010 diverse typen schouwen en pramen te bezichtigen die vroeger 
in gebruik waren in het polderlandschap van het Groene Hart.


Een praamschouw en op de voorgrond een klein schouwtje wat ooit gebruikt werd om er mee te gaan vissen.


Twee boerenschouwen van verschillende lengte. Het grotere type werd vooral gebruikt om te baggeren of 
stalmest/gier te vervoeren. Het kleinere schouwtje gebruikte men vooral om te mee te gaan melken. Verschillende 
boeren brachten vroeger ook wel de kaas per schouw naar de Goudse kaasmarkt.


Slootpatroon en het gebruik van de schouw

Een belangrijk cultuurhistorisch kenmerk van het Groene Hart is het slootpatroon in de graslandpolders. Ontstaan bij de ontginning omstreeks het jaar 1000. In de loop der eeuwen zijn veel sloten door het jaarlijks onderhoud en regelmatig baggeren steeds breder geworden. Daardoor werden ze steeds beter geschikt om het transport per water te laten verlopen zeker op de momenten dat het berijden met paard en wagen niet mogelijk was. En vroeger lagen veel gras- en hooilandpercelen ver weg van de boerderij en waren alleen maar per boot bereikbaar. De boerenschouw (ook wel polderschouw genoemd) en de praamschouw vormden daarvoor het ideale vervoersmiddel.  

Foto is gemaakt met een 300mm telelens. Genomen vanaf de Lekdijk nabij Lekkerkerk. Op de achtergrond (afstand bijna 3 km) bij de bebossing ligt de Provinciale Weg Bergambacht-Krimpen a/d Yssel. Deze weg is verzakt en men is al een paar jaar bezig met het herstel er van. Er zijn maar liefst 34.000 heipalen in de slappe veenprut geslagen om het tracé weer op orde te brengen). 


Spelevaren op het water met de schouw en de moderne manier van waterplezier


Varen met een boerenschouw op de Goudse Havendagen op 26 juni 2010. In mijn jonge jaren was de schouw nog volop in bedrijf bij de boeren rondom mijn geboorteplaats Haastrecht. Men ging er mee melken of men bracht er stalmest of gier mee weg de polder in. Vrijwel iedere boer langs de Steinse Dijk tussen Gouda/Hekendorp had in die tijd nog wel een of meerdere schouwen. Heel wat uurtjes heb ik mij met mijn vrienden vermaakt met schouwvaren. 

Proberen te wegen met de vaarboom was een uitdaging. Sommige boeren en daggelders waren er uiterst bedreven in en haalden door met de vaarboom te wegen een behoorlijke snelheid. Als de schouw eenmaal op gang was gekomen, ook vol met stalmest of gier, dan kon je met wat moeite een normaal wandeltempo bereiken. Wegen deed je door de punt van de vaarboom achter een ijzeren ring te steken maar kon ook door de punt achter een spant aan de achterzijde van de schouw klem te zetten. Door druk uit te oefenen op de vaarboom en de schouw in een bepaalde hoek te houden kon je de slootkant uitlopen terwijl de schouw mooi in het midden van de sloot bleef varen. Ik kende boeren/daggelders die bij het wegen hun handen in de zakken hielden. Bij koud weer was dat prettig. Ze drukten om vooruit te komen tegen de vaarboom met hun borst.  Als je goed kon wegen was het mogelijk om betrekkelijk snel naar de Tiendweg of spoorlijn te varen. Daar immers gingen we vissen. We zetten dan de schouw half vol met water en lieten er de gevangen vis in zwemmen tot het moment dat ze weer los werden gelaten. Wij gebruikten de schouw ook om naar hakhoutbosjes te varen om vogelnesten te zoeken en in de zomer bramen te plukken. Je kon daar alleen maar varend komen.

Kan me overigens ook nog de minder leuke kant van de schouw voor de geest halen. Je kon behoorlijk smerig worden van schouwvaren. De kleren werden er niet schoner van. Iedere zomer kregen de schouwen/praamschouwen een onderhoudsbeurt. Daarvoor werden ze uit het water gehaald. Naden werden opnieuw gebreeuwd indien het nodig was en de schouw werd geteerd met koolteer. Het duurde soms behoorlijk lang voordat de dikke teerlaag volledig was opgedroogd en meerdere keren ben ik met teersmeer aan mijn kleren thuis gekomen. Het kon ook zijn dat de schouw die je mocht gebruiken nog flink wat restanten stalmest bevatte. Als je dan thuis kwam viel bij de familieleden gelijk op dat je op de boerderij was wezen spelen.


Boven en onder de moderne variant van spelevaren op het water die ik tegenkwam op de Goudse Havendagen. 
Wat een lol. In een doorzichtige waterdichte bol , soms half  onder water en dan toch droog blijven. 
Deze kinderen hadden zeker net zoveel plezier (of misschien nog wel meer) als ik in mijn jeugd had 
aan het schouwvaren op de boerderij.



Hooivervoer per schouw

De schouw werd ook gebruikt om hooi te vervoeren van het gemaaide land naar de hooiberg bij de boerderij. Ik heb dat in mijn jeugd niet meegemaakt en dat kwam omdat de vele lage bruggen in de polders rond de Reeuwijkse Plassen dat onmogelijk maakten. Het vervoer van hooi gebeurde in deze polders per paard en wagen en weer later met trekker en oplegger. In andere polders waar vaste lage bruggen ontbraken maar wel draaibare bruggen aanwezig  waren (o.a.nabij Moordrecht) werd het vervoer van hooi nog tot aan het begin van de zeventiger jaren voortgezet. Ook hooi van nat boezemland (Alblasserwaard/Vijfheerenlanden) heeft men nog vrij lang per schouw varend via de aangrenzende boezem vervoerd.

Betonnen brug in het polderlandschap van de polder Stein nabij Haastrecht. De bruggen waren qua breedte en hoogte aangepast om er met een polderschouw of praamschouw onder door te varen. Maar er onder door varen met de schouw 
volgeladen met hooi was niet mogelijk. Veel van dit soort bruggen zijn inmiddels vervangen door vaste dammen.


Nog een beeld van de tiendweg in de polder Stein bij Haastrecht met aan weerskanten brede weteringen en diverse 
betonnen bruggen. Door het steeds zwaarder en breder worden van landbouwmachines zijn veel van dit soort bruggen 
vervangen door vaste dammen met een pijpverbinding voor doorstroming van het water.


Linkerfoto: Betonnen brug sterk in verval in de polder Stein bij Haastrecht. Op de foto is goed te zien dat de Tiendweg 
behoorlijk is weggezakt t.o.v. de brughoogte. Inmiddels is de Tiendweg weer opgeknapt (deels met Europees subsidiegeld). 
Bij de renovatie van de Tiendweg is deze brug verwijderd. Onderdoorvaart is op dit punt nu niet meer mogelijk.
Rechts: Dezelfde brug maar dan een paar jaar later in de zomerperiode. 


Nog een voorbeeld van een vervallen brug in de Kattendijkspolder in de Krimpenerwaard. Het brugdek is gesloopt. 
De fundering en betonnen opbouw heeft men in dit geval niet verwijderd. De laatste jaren zijn veel bruggen vervangen 
door vaste dammen waar een grote buis in ligt om doorstroming van water mogelijk te houden. Wel wordt op die manier 
een onbelemmerde doorvaart met een schouw of recreatievaartuig onmogelijk gemaakt.

 


Schouwen nog steeds in gebruik

Naast de gewone wat kleinere polderschouwen bestaat er ook de praamschouw. Deze schouw is veel groter en men kan er veel meer mee vervoeren. Zelfs vee werd er mee vervoerd zoals jongvee en melkvee. Dit laatste kon met de wat kleinere polderschouw niet. Daar kunnen hooguit kalfjes of schapen mee worden vervoerd. De linkerfoto is recentelijk gemaakt in de polder Reeuwijk langs de Nieuwdorperweg. Achter de praamschouw een mooi veld krabbenscheer.

Foto rechts: Een 3-tal schouwen nog steeds in bedrijf. Het gaat om traditionele modellen, maar 2 exemplaren zijn van staal 
gemaakt. Een schouw is van hout gemaakt, maar men heeft aan de buitenkant een metalen omlijsting aangebracht. 
Het tijdperk van varen met de vaarboom is gepasseerd. Men gebruikt nu een buitenboordmotor.
 
  
 Links: een polderschouw, ook wel strontschouw genoemd.

 

Foto links: Het vol laten regenen, of een schouw een tijdje onder water laten liggen voorkomt uitdroging en inscheuring van het hout.

Foto rechts: Deze schouw oogde oud maar bleek verrassend genoeg van kunststof gemaakt te zijn of in ieder geval er mee bedekt.

 


Schouwbaggeren

In mijn jeugd gebeurde het baggeren nog grotendeels met de hand, en je kunt het je nauwelijks meer voorstellen  maar wel een feit is dat het vervenen van de Reeuwijkse Plassen ook grotendeels in handkracht met de baggerbeugel is uitgevoerd. Slagturven heette dat waarbij men met een speciale baggerbeugel het veen laag na laag van de bodem onder water vandaan schraapte. Bagger maakte, tot dat kunstmest in zwang kwam, als meststof. een belangrijk onderdeel uit van de "mestboekhouding" op het agrarisch bedrijf. Boeren die over veel bagger en mest beschikten waren zelfs welvarender dan boeren die maar weinig mest hadden.  Boerenknechten en daggelders waren in de wintermaanden druk in de weer met het "schouw baggeren" van (brede) sloten. De vele brede sloten in de graslandpolders rond Gouda zijn in de loop der eeuwen wellicht zo breed geworden door het vele schouw baggeren, dit in combinatie  met het illegaal vervenen van oeverranden voor eigen turfwinning. Smalle sloten werden vanaf de kant uitgebaggerd. De sloten waren ten tijde dat men regelmatig baggerde goed op diepte en het water helder. Bagger was zo'n belangrijk product dat er soms ruzie over werd gemaakt. De scheiding van graslandpercelen lag in het midden van sloten en bij het baggeren wilde men nog wel eens de baggerbeugel over het midden van de sloot  in het water van de buren laten plonsen om op die manier wat extra bagger  te kunnen binnenhalen. Als de schouw vol was, en men baggerde net zolang door tot de schouw nog maar net boven water uitstak, dan werd de bagger aan de rand van de sloot op een staal gezet waarbij men een speciale houten hoosschop gebruikte. De dunne bagger kon dan met de daarvoor speciaal ontwikkelde schop meters ver weg gehoosd worden op de verzamelplaats die dus staal genoemd wordt.  Als de bagger was ingedroogd werd er varkensmest of ruige stalmest aan toegevoegd. Ook die mest werd meestal per schouw aangevoerd vanaf de boerderij. Vervolgens werden bagger en mest gemengd en werd de mest over het grasland verspreid. Tot aan de 2e wereldoorlog gebruikte men ook stadscompost om door de bagger te  mengen. Het beschreven proces is eeuwenlang toegepast waardoor er een zogenaamd toemaakdek is ontstaan. Restanten van dit toemaakdek zijn goed terug te vinden in de bovenlaag van graslanden. Vooral molshopen geven regelmatig wat van de ondergrondse geheimen prijs zoals pijpenkoppen, aardewerkscherfjes en nog veel meer.  


De schouw werd gebruikt om o.a. mest, grond, compost, hooi of knothout te vervoeren. Met de schouw ging men ook melken. Melkbussen, filters, een melkkrukje en andere attributen zoals veekoeken voor de koeien die men bij het melken nodig had werden in de schouw vervoerd. Dat was in de periode  dat men de koeien nog met de hand molk. Om te kunnen melken werden de koeien vastgezet in een "koeienbocht". Dat was een beschut stukje grasland en aan dat stukje grasland grensde vrijwel vrijwel altijd een (hakhout)bosje. 
De schouw gebruikte men ook om brede sloten uit te baggeren. Dat gebeurde met de hand en de bagger werd in de schouw gebracht met de baggerbeugel. Vervolgens werd de natte bagger op een staal gezet om te drogen en later vermengd met ruige stalmest van koeien of varkens. Dit mengsel werd na het een tijdje laten composteren en doorvriezen over het grasland uitgestrooid.

Unieke fotobeelden heb ik een paar jaar geleden kunnen maken van het schouwbaggeren in handkracht. De bagger wordt met een baggerbeugel in de schouw gebracht. De persoon in kwestie heeft ruime ervaring. De schouw zit zo vol met bagger dat de twee boordranden van de schouw bijna onder water verdwijnen. De bagger wordt vervolgens op de oever gehoosd met een kapschop. 

     

Het volbaggeren van de schouw in beeld gebracht met op de achtergrond de waterwipmolen in de polder Oukoop
 in Reeuwijk. De bagger komt zelfs boven de boordranden uit maar de schouw blijft nog steeds drijven. Het was daarna 
bij het vervaren uiterst belangrijk om de schouw goed in balans te houden. Naar ik mag aannemen zal het nog wel eens 
mis zijn gegaan.      

Na het volbaggeren van de schouw wordt de bagger naar de plek gevaren waar het moet worden gelost. 
Het baggernet is geplaatst aan de paal waar weer verder gebaggerd zal gaan worden.

Het legen van de schouw met gebruikmaking van de kapschop.

Links een kapschop die gebruikt werd om dunne slootbagger vanuit de schouw op de kant te gooien.

Rechts een gierschop die werd gebruikt om gier vanuit de schouw over het grasland te spreiden. Het gemakkelijkste ging dat als het flink waaide. De gier gooide men dan met de wind mee over het land. Als een stukje grasland  voldoende was begierd verlegde men de schouw naar een nieuwe plek.

Sluipwijkse vissersschouwtjes

Links op de foto een Sluipwijks vissersschouwtje gemaakt van staal wat nog steeds in gebruik is. Rechts een ander Sluipwijks visserschouwtje met in het midden een bun waar de gevangen vis in kon worden bewaard. Deze schouwtjes werden specifiek gemaakt in/rond het Reeuwijkse Plassengebied onder de naam Sluipwijkertje. De onderkant van de schouw heeft een sterke ronding. Daarom zijn deze vissersschouwtjes alleen maar geschikt om te roeien en niet om te wegen met een vaarboom. Met een flinke slag van een roeispaan kunnen  deze schouwtjes heel snel gekeerd worden hetgeen belangrijk is bij het lichten en legen van visnetten. Ook voor de eendenjacht bij schiethutten was het belangrijk dat men kon beschikken over een boot die met een of twee slagen van de roeispanen gekeerd kon worden.

 


Schouwen in het museum

Bij Museum de Oudheidkamer in Reeuwijk zijn verschillende schouwtypen te bewonderen. Links een 
Sluipwijks vissersschouwtje. Rechts een melkschouw.


"De goeie ouwe tijd".

Na gedane arbeid is het goed uitrusten. Zeker als je nu vanuit je huis kan uitkijken op de schouw waar je vroeger als boer 
of daggelder dag in dag uit mee moest ploeteren.

Het volgende verhaal werd ooit door mijn moeder zaliger verteld.  Zij kwam uit een groot schippersgezin en had verschillende broers. Een paar van haar broers waren werkzaam in de turfwinning en twee andere broers waren werkzaam als daggelder in de agrarische wereld. 
Een broer werkte bij een koeboer. Ieder najaar werden diverse sloten met de schouw in handkracht uitgebaggerd en de gewonnen bagger werd op staal gezet. Dat gebeurde ook op dagen dat het slecht weer was. Op een stormachtige dag met veel regenval gaf de boer opdracht om te gaan baggeren maar vond het wel beter om de hond (die normaal gesproken de polder mee in ging) thuis te laten. 

Hoewel het weinig op heeft met schouwen is het volgende wat mijn moeder vertelde eveneens bizar. De andere broer werkte als daggelder bij een bouwboer in de Vierambachtenboezem in de buurt van Leimuiden. Bij het laden van een kar met bieten, dit gebeurde met een hooivork, stuiterde een suikerbiet over de kar en kwam precies tegen zijn slaap aan. Hij is aan het ontstane letsel overleden. Nogal relatief dus, die goeie oude tijd.

 


Verval en over een enthousiaste Stichting

Veel oude boerenschouwen liggen nog ergens half verrot op de bodem van een sloot of men heeft er zoals op bijgaande 
foto van deze oude praamschouw een plantenbak van gemaakt.

Deze schouw werd half onder water liggend aangetroffen in de polder Bloemendaal bij Waddinxveen. De schouw lag al jaren 
half onder water min of meer weg te rotten. Op de foto rechts is de schouw uit het water gehaald. In zeer slechte staat 
en men vond het niet meer de moeite waard om op te knappen.

Er bestaat een Stichting met de naam Veenvaren. Deze Stichting maakt zich sterk voor het varen met zeil- en roeisloepen en elektrisch aangedreven fluisterboten door enkele  polders in de Krimpenerwaard. Symbool voor het natuurvriendelijk varen in de Krimpenerwaard is de boerenschouw. De Stichting wil dat fluistervaren in de Krimpenerwaard op niet al te lange termijn mogelijk gaat worden. Het varen door de polders zal slechts worden voorbehouden aan vaartuigen met hand-, wind- en elektrische voortstuwing, wat tegemoet komt aan de eisen van deze tijd voor recreatie in kwetsbare gebieden met als doelstelling het behoud van de natuurwaarden in het gebied.
Een ander ideaal van de Stichting is een gerestaureerde en functionerende Stolwijkersluis (foto rechts) als vaarverbinding tussen de Krimpenerwaard en de Hollandsche Yssel bij Gouda. Recent is deze sluis gerestaureerd.

Wilt U meer weten over deze Stichting klik op: www.veenvaren.nl