Voormalige Polsbroekse Boezem

In de nacht van 12 op 13 december 1763 brandde de westerse achtermolen van Polsbroek af. Dit was één van de vijf Polsbroekse molens die de polders van Noord en zuid Polsbroek droogmaalden. Daarnaast maalden deze molens ook de polders Groot Keulevaart en Klein Keulevaart droog. De vijf Polsbroekse molens stonden op het grondgebied van Haastrecht. op onderstaande plattegrond zijn de molens te herkennen aan de nummers 4 (de Pijlmolen), 5 (de Middelmolen), 6 (de westerse achtermolen) en 8 (de twee Voormolens).

Bovenstaande situatie was in 1625 ontstaan toen het door de bodemdaling nodig was om tweetraps-bemaling in te voeren. Bij de invoering daarvan werd er een overeenkomst opgesteld tussen de vier betrokken polders. de overeenkomst werd door de Hoge Raad van
Holland en Zeeland in den Haag op 17 september 1625 bekrachtigd. In de overeenkomst werden afspraken gemaakt over het onderhoud van de boezemkades, de vijf molens, de twee bruggen en de wachtheul in de Tiendweg en over bedragen die de Keulevaarten aan Polsbroek moesten betalen voor het bemalen van hun polders. enkele dagen na het afbranden van de molen in 1763 werd in Haastrecht een brief van Polsbroek ontvangen met de uitnodiging aan de vertegenwoordigers van de polders Groot en Klein Keulevaart om in het Rechthuis van Zuid Polsbroek afspraken te komen maken over een spoedig herstel van de molen en de kosten die dat met zich mee zou brengen. Bij die afspraak maakten de vertegenwoordigers van Polsbroek duidelijk dat zij verwachtten dat de Haastrechtse polders zouden meebetalen aan de opbouw van de molen. de Haastrechtenaren waren het daar niet mee eens. In de overeenkomst uit 1625 stond: ’de drie Polsbrouckse molens als mede de twee hoochbosem molens, mette bruggen, ende wachtheul inde tijendewech sullen altoos onderhouden werden bij die van polsbrouck’. Groot en klein Keulevaart betaalden sinds die tijd elk jaar de overeengekomen 17 stuivers per morgen land voor het bemalen van de polders en het onderhoud van de molens. de herbouw van de molen zou daarom door Polsbroek betaald moeten worden. noord en Zuid Polsbroek hielden echter voet bij stuk. Zij baseerden zich op een ander deel van de overeenkomst uit 1625. Hierin stond namelijk ook dat ’wanneer eenige van de voors. vijff molens de twee bruggen ende wachtheul inden tiendewech wederom uijt de put nootelijck vernieut sullen moeten werden, sullen d’seluc gedaen ende becosticht worden bij die van polsbrouck ende ceulevaerten, morgen morgens gelijck’. Hierop ontstond natuurlijk een nieuwe discussie. Kon de molen wel of niet op de oude fundering herbouwd worden? Bij een volgend overleg op 11 februari in Polsbroek kregen de vertegenwoordigers van Groot en Klein Keulevaart te horen dat de fundamenten door twee deskundige molen- makers (Heijmen van Zijl uit Benschop en arie Blanken uit Bergambacht) waren onderzocht. de verklaring van de molenmakers werd door de vertegenwoordigers van Polsbroek voorgelezen. de conclusie was dat de fundamenten zodanig slecht waren dat daar geen nieuwe molen opgebouwd kon worden. de Haastrechtenaren kregen de verklaring van de molenmakers echter niet in handen. daarnaast waren er volgens Polsbroek nog meer papieren die hun gelijk bevestigden. deze belangrijke papieren waren niet aanwezig.

Kaart: Van rechts naar links: Boesem van Hoenkoop, Benschopper Boesem, Polsbroeker Boesem en den Hoogen Boesem


Historisch jeugdverhaal: De polder Groot Keulevaart bij Haastrecht

Eierzoekers, polderjongens Piet Reichard en Jan Bakker en Wout en de gebr de Graas
Benschopper Boezem, reservaatvorming SBB uit RVK Lopikerwaard.
Benschopper Boezem, bosaanplant jachtgebied. Aankoop Heuvelman
Doove Gat/Hooge Boezem, boer de Bruin, aankoopbeleid Staatsbosbeheer en Zuid-Hollands Landschap
Weidevogelstand jaren 70 en opkomst loopstallen afname weidevogels. RVK Lopikerwaard
Aantallen slobeend vroeger
Laatste kemphanen in polderdeel Hoonaard rond 1965
Knotwilgen Tiendweg, broedplaats bosuil -en steenuil, gekraagde roodstaart
Hoogstamboomgaard en zwarte bessenstruiken
De Belt/ stortplaats Gemeente Haastrecht en Wasserij Versteeg

Geboren en getogen in Haastrecht


Vogelaars en Eierzoekers in de polder Keulevaart 

Tegenwoordig is het verboden maar in mijn jeugd werd er nog flink naar kievitseieren gezocht. Er waren 2 Haastrechtenaren die ieder voorjaar het westelijk deel van de polder Keulevaart waaronder ook het poldertje westelijk van het Doovegat (nu de Hooge Boezem geheten) naar kievitseieren zochten. Dat waren Piet Reichard (vrijgezel) en Jan Bakker, die naast eieren zoeken ook mollen ving en viste. Beiden woonden in de Kleine Haven waar ook ik woonde. 

Ook ik zocht naar eieren maar dat was meer voor de lol en om te bewijzen dat je een goede eierzoeker was. De eieren lieten wij wel liggen. Toen ik het boekje ZIEN IS KENNEN kreeg ontwaakte de echte liefde voor vogels kijken. Dat boekje was zo'n beetje de  1e determinatiegids en  liet zien welke vogelsoorten en hun eieren er in Nederland voorkwamen. Vanaf dat moment ging de aandacht meer uit naar het vogels kijken welke was gericht op zoveel soorten te zien. In die tijd waren er nog niet veel vogelspotters zoals nu het geval is. In de polder Keulevaart keken Jules Rost, Rien van Straaten en mijzelf naar vogels. De Tiendweg was een plek waar veel broedvogels voorkwamen. Er stonden toen veel meer oude knotwilgen dan nu het geval is. En er kwamen niet veel mensen. De knotwilgen waren broedplaats van o.a. bosuil, steenuil, wilde eend, holenduif, ringmus en witte kwilstaart. Ook de voormalige Benschopper Boezem was een goed vogelgebied. Hier broedden veel weidevogels en ook de roerdomp was regelmatig hoempend te horen in de toen nog wat algemenere rietkragen.  


Polderjongens: Gebroeders de Graas en Woutje Reichard

In mijn jeugdjaren had ik een vriend, Wout(je) Reichard, waar ik veel mee de polder Keulevaart in ging om te vissen, nesten zoeken en (onschuldige) kattenkwaad uithalen als appels stelen. De familie Reichard woonde langs de Provinciale weg oost, aangrenzend aan de polder Keulevaart. Vanuit hun huis liep je zo de polder in. Wout had twee ooms (de Graas) die de polder Keulevaart min of meer als hun eigendom beschouwden v.w.b. de visserij waar zij zich mee bezig hielden. Sportvissers die ook in de polder Keulevaart een hengeltje wilden uitgooien werd het leven nog net niet zuur gemaakt door Benno en Joop de Graas.  In de periode dat ik met Wout vriend was gaf het gaan vissen niet veel problemen, maar later toen ik wat meer zelfstandig in  Keulevaart wilde gaan vissen werd me duidelijk gemaakt dat ze dit niet op prijs stelden. Ze zagen dit als concurrentie.
Maar buiten dat gaf het omgaan met de gebroeders verder geen problemen, hoewel ik het gevoel had dat ze me liever helemaal niet in de polder wilden zien. Toen ze wat ouder werden kwamen ook zij er achter dat een volledig voor zichzelf houden van de polder niet meer kon en werd hun gedrag t.o.v. vreemden milder en milder.


Weidevogelbescherming agrarisch natuurbeheer

Net ten oosten van het Doovegat tussen de Provinciale weg/Tiendweg liggen een paar percelen waar al verschillende jaren aan particuliere weidevogelbescherming wordt gedaan. Er wordt laat gemaaid en sinds dit voorjaar zijn er in twee percelen plasdras plaatsen gemaakt met als doel om meer weidevogels te trekken om in de directe omgeving te gaan broeden. De plasdras plaatsen stonden op 2 juni 2023 nog steeds flink plasdras. Met name de meest westelijke lag er op die datum prima bij en werd goed gebruikt. Er werden 2 tureluurpaartjes gezien waarvan een paar met flinke pullen. Ook een kievitpaar met 4 kleine pulletjes. Verder nog was aanwezig een paartje zomertalingen waarvan ik de woerd al eerder op deze plasdras had gezien.  Dat er nu een paartjes aanwezig was zou kunnen betekenen dat er geen broedsucces is want normaal gesproken zou dat nu het geval moeten zijn. Ook alarmeerden in de graslande rondom de plasdras 2-3 gruttoparen.

Wat meer naar het oosten ligt de Benschopper Boezem, reservaat van Staatsbosbeheer. In het blok tussen de Provinciale weg en Tiendweg broeden flinke aantallen weidevogels en de aantallen blijven de laatste jaren (buiten de normale schommelingen) vrijwel gelijk.


Nieuw. Plasdras via op het oppompen van slootwater met zonnepanelen in de polder Groot Keulevaart bij Haastrecht (Lopikerwaard).  Hier liggen een paar particuliere graslandpercelen (noordelijk van Tiendweg) waar al verschillende jaren een uitgestelde maaidatum is ingesteld. Er broeden jaarlijks verschillende weidevogels waaronder diverse paartjes grutto. Foto: 17 maart 2023.


Tureluur paartje voedsel zoekend op de plasdras. Foto: 20 mei 2023


Nieuwe plasdras voorjaar 2023.  De plasdras werkt uitstekend. Foto gemaakt op 2 juni 2023.  Aanwezig paartje zomertaling (helaas zonder broedsucces), halfwas tureluur naar insecten pikkend, en paartje kievit met 4 pas geboren pulletjes.


Plasdras op 20 mei 2023. Ligt er prima bij en wordt goed gebruikt als voedselplek door diverse weidevogels (met hun kuikens)


Ook nieuw. Plasdras via op het oppompen van slootwater met zonnepanelen in de polder Groot Keulevaart bij Haastrecht (Lopikerwaard).  Op twee particuliere graslandpercelen (zuidelijk van de Tiendweg) wordt slootwater in de greppels gebracht. is dit deel vrijwel leeg van broedende weidevogels. Positief is dat er nu via het maken van plasdras pogingen worden ondernomen om de weidevogels weer terug te krijgen. Deze plasdras (op 2 percelen)  was in het voorjaar van 2023 maar kort in gebruik en viel al weer vrij snel droog. Vrijwel geen activiteiten werden geconstateerd van weidevogels die er gingen broeden.
Foto: 17 maart 2023

Ook in het voorjaar van 2024 zijn op 2 percelen de greppels weer plasdras gezet


Weidevogelontwikkeling polder Keulevaart periode 1965 tot heden

Melkkoeien in de wei met op de achtergrond langs de Provinciale weg de loopstal. Foto: 2 juni 2023

In de 60e/70er jaren van de vorige eeuw was het polderdeel zuidelijk van de Tiendweg een zeer belangrijk broedgebied voor weidevogels. In de totale polder Groot Keulevaart broedden in die jaren nog zo'n 75-100 gruttoparen (uitvoering weidevogelkartering door Freek Mayenburg vooruitlopend op uitvoering Ruilverkaveling Lopikerwaard). Het was toen de bedoeling om een flink deel van de polder Keulevaart aan te gaan wijzen als reservaat vanwege de belangrijke ornithologische betekenis. Dit is niet door gegaan omdat er al in die periode diverse loopstallen waren gebouwd waardoor het aanwijzen als reservaat zeer duur zou zijn. Ook was er veel tegenstand van de boeren voor reservaataanwijzing. Daarvoor in de plaats zijn de voormalige Benschopper Boezem en de Hooge Boezem aangewezen als reservaat.

Nog rond 1970 broedde er jaarlijks een flinke kolonie zwarte sterns in Keulevaart. Zomertaling en slobeend waren vrij algemene broedvogels en met name van de slobeend broedde er toen vele tientallen paartjes. De kade aan de oostkant van de Benschopper Boezem  was een zeer gewilde als broedplaats voor slobeenden. Alleen al op die kade groeide veel pollerig gras, waar ze graag een nest in maakten.  Hier kwamen jaarlijks ca. 10 paar tot broeden. In de omgeving van deze kade in het polderdeel Hoonaard broedden rond 1960 nog zeer veel weidevogels en daar heb ik nog het laatste kemphaanvrouwtje alarmerend boven mijn hoofd gehad.


Hoogstamboomgaard in de polder Keulevaart

In de jaren 1950/1960 kwam er zuidelijk van de Tiendweg op de gronden van boer van der Vlist (boerderij Welgelegen) nog een hoogstamboomgaard fruit voor. Onder de bomen was een groot aantal zwarte bessen struiken  geplant die jaarlijks geoogst moesten worden. Toen ik nog op de lagere school zat kwam men vragen om als de zwarte bessen rijp waren deze te komen plukken. Een aantal schoolgenootjes deed daar aan mee. De vergoeding die we kregen was 0,50 ct voor het plukken van een bak van 5 kg. Het plukken viel samen met de grote vakantie periode dus er was volop tijd om dat werk te gaan doen. Maar om een bak met 5 kg netjes gevuld te krijgen was veel werk dus werd er door sommigen gesjoemeld. Een manier van sjoemelen was om wat stenen onder in het bakje te leggen met daar overheen de zwarte bessen zodat het niet op zou vallen. Een andere manier van sjoemelen was het in een keer afritsen van een tak bessen met blad en al, die onder in het kistje leggen, en afdekken met zwarte bessen. Maar het duurde niet lang voordat men dat frauduleuze gedrag bij het wegen in de gaten kreeg en dan werd je niet meer betaald en moest vertrekken. 

Ik kwam graag in die hoogstamboomgaard. Er broedden tal van vogels en in die jaren zochten we nog naar nesten. Met name de bessenstruiken waren geliefde broedplaatsen. Er broedden veel kleine zangvogels (vooral tuinfluiters) en alle bessenstruiken  zochten we dan stuk voor stuk af. De boomgaard is zo rond 1965 gerooid en het is weer grasland geworden. Omdat ik wat ouder ben herinner ik me nog goed dat de boomgaard er stond.


Andere pagina's met meer informatie over: polder Keulevaart (vroeger en nu)

Voormalige boezem Benschopper Boezem


Benschopper Boezem (Weidevogels)

Hooge Boezem/Doove Gat