Uilen in het Groene Hart rond Gouda/Reeuwijk


Ransuilen (op een roestplaats)

Enkele jaren geleden kreeg ik een telefoontje dat er ergens een groepje uilen in een boom zat. Het zou om een roestplaats van ransuilen gaan. De uilen zaten er al een paar weken dus op pad met de fotospullen. Ze bleken inderdaad aanwezig te zijn in de boom die mij was gemeld. Verscholen tussen takken en bladeren telde ik tien stuks.

Ransuilen zijn standvogels. Na de broedtijd zwerven ze hooguit wat rond maar overwinteren ook in de omgeving van hun broedgebied. In het najaar zoeken ze elkaar op en zitten op vaste plaatsen die roestplaatsen worden genoemd. Vaak worden roestbomen tientallen jaren achter elkaar gebruikt. Het komt wel voor dat zo'n roestplaats midden tussen de bebouwing ligt. Voorwaarde is dan wel dat er in de buurt, bijvoorbeeld in aangrenzende polders, genoeg muizen voorkomen. Roestplaatsen worden soms jarenlang trouw gebruikt. Een solitaire vrijstaande boom die voldoende beschutting geeft kan voldoende zijn. Een vaste roestplaats met een aantal van 25-30 ransuilen ben ik ooit tegengekomen in de duinen bij Wassenaar. In een paar dichte Oostenrijkse dennen. Onder die roestplaatsen liggen meestal uilenballen. In die uilenballen zitten onverteerde restanten van het voedsel wat ze eten. Schedeltjes en botjes van kleine zoogdieren, restanten van vogels en insecten. Door deze uilenballen uit te pluizen kan een goed beeld worden verkregen wat er gegeten wordt. Het hoofdvoedsel bestaat uit vooral uit muizen.

 Later heb ik dezelfde omgeving opnieuw bezocht waar eerder een flink aantal ransuil zat te roesten. De bomen waarin ik ze toen aantrof  leverden niets op, maar ik was blij verrast toen ik in het gebied een 2-tal bomen tegen kwam waar een fors aantal ransuilen in zat. Ik telde maar liefst 26 exemplaren. Ze hielden mij wel in de gaten maar trokken zich niet veel aan van mijn aanwezigheid.


Fotoalbum: Ransuil


Broeden doen ransuilen vooral in oude ekster- en kraaiennesten. Maar ook wel in oude knotwilgen. In eendenkooien ben ik ook wel eens nesten van ransuilen tegengekomen in eendenkorven. Op houtkaden in het Groene Hart broeden tegenwoordig nog nauwelijks ransuilen (en bosuilen). Dit in tegenstelling tot vroeger. Op bijna alle houtkaden in de polders rondom mijn woonplaats broedden wel een of meer paartjes van ransuilen en bosuilen. Maar in die tijd liepen ransuilen wel een verhoogd risico. Jagers gingen in het voorjaar kraaiennesten af om met de bedoeling om de broedende kraaien met een schot hagel door het nest te doden. Broedende ransuilen legden daardoor ook wel het loodje. Veel oude knotwilgen op houtkaden en wat oudere hoogopgaande bomen zijn in de loop der jaren verdwenen. Het is ook drukker geworden op die houtkaden want diverse zijn de laatste jaren opengesteld als wandelpad. Ransuilen zijn gesteld op rust en hebben zich om die reden wat meer  teruggetrokken in oude erfbeplantingen rond boerderijen, in parken en andere rustige boomrijke gebieden. Jaarlijks sterven er nogal wat ransuilen door het autoverkeer. Maar ook het treinverkeer veroorzaakt flink wat slachtoffers onder ransuilen. 


Bosuil

Een bosuilenpaartje broedt al een aantal jaren in de holte van een oude kastanje waarvan de knoppen op openspringen staan. 
In het voorjaar zit een van de partners bijna elke dag voor de nestingang te zonnen.
Dit exemplaar betreft de bruine fase maar je hebt ook de grijze fase.


 

 
Bosuilen komen in het Groene Hart vooral voor in poldergebieden waar bosjes en oude bomen voorkomen. Ze gebruiken die oude bomen ook om in holten te broeden. Omdat veel oude en rottende bomen gekapt worden, heeft men op een aantal plekken speciale nestkasten geplaatst waar bosuilen (maar ook andere vogelsoorten) dankbaar gebruik van maken. Bosuilen broeden ook wel in oude schuren bij boerderijen. Op Fort Wierickerschans bij Bodegraven broedt al jaren een paartje in een van de monumentale gebouwen. Ze beginnen vroeg met broeden, soms al eind Januari. Normaal gesproken legt een bosuil tussen de 3 en 4 eieren. Maar dat kunnen er meer zijn als er veel voedsel te vinden is. Mannetje bosuilen beginnen al in september/oktober bij het vallen van de avond en s' nachts te roepen om het territorium af te bakenen. In de baltsperiode roepen ze de gehele nacht door. 

Nogal wat kunstmatige nestkasten bedoeld voor bosuilen worden door andere vogels gebruikt als broedplaats zoals door een kauw.


De grijze fase van de bosuil wakend bij de jonge exemplaren van de foto hiernaast.

Jonge bosuilen tussen het gebladerte.


Over bosuilen heb ik ook een jeugdverhaal geschreven. Wilt U dat lezen: klik hier


Bosuil zittend in de holte van een knotwilg .Foto: 14 januari 2021. Oostpolder Gouda.


Bosuil zittend in dezelfde holte van een knotwilg als bovenstaande foto .Foto: 3 April 2022. Oostpolder Gouda.


Dwergooruil


Kerkuil


Fotoalbum: Kerkuil


Steenuil