Mislukte vervening Krimpenerwaard

Een groot deel van de Krimpenerwaard heeft een dik veenpakket wat is opgebouwd uit mesotroof riet/zegge/bosveen.  

Plannen om te vervenen

Landbouwkundig gezien waren deze schraallanden onproduktief. In de 18e/19e eeuw werden plannen gemaakt om de blauwgraslanden produktiever te maken. In 1778 ontwierp de oud-baljuw P. Verhoeff een plan om in de Krimpenerwaard tot ontgronding en vervening van landerijen over te gaan. Uitvoering van dit plan ging om zo'n 7000 hektare, dus ongeveer de helft van de Krimpenerwaard. Het ging vooral om de gedeelte waar de schraallanden lagen. Dat was inn het centrum van de waard. Deze landerijen werden beschreven als "dorre en allterslegste" verspreid liggende "landen en wildernissen". Er is wel een begin gemaakt met de vervening, maar door de slechte kwaliteit turf, en vele technische problemen bij de uitvoering werd al snel gestopt. Hoewel het legale plan om te vervenen stopte, werd op vele plaatsen in de Krimpenerwaard illegaal verveend. Op deze wijze zijn veel veenputten ontstaan.

Veenputten en dempingproblematiek

Een belangrijk kenmerk van de Krimpenerwaard zijn de vele veenputten die verspreid in de diverse polderdelen voorkomen. Handmatig gegraven in vroegere eeuwen. Boeren groeven de putten waar ze het veen uithaalden om te gebruiken als brandstof. Ook de vele brede sloten getuigen van kleinschalige turfwinning voor eigen gebruik. De veenputten die zijn overgebleven vormen tegenwoordig vaak kleine natuurgebiedjes. Door vuilstort in de jaren 70/80 van de vorige eeuw zijn tal van veenputten en brede sloten gedempt met huisvuil en industrieel afval zoals shredder (afval van auto's). Bedoeld om het agrarische gebruik van de landerijen te verbeteren. Boeren kregen zelfs voor het storten van afval betaald. Het afval werd met vrachtauto's en scheepjes aangevoerd. Controle op wat er gestort werd was er nauwelijks en dit leidde uiteindelijk tot een groot schandaal en werd het storten van afval helemaal verboden. Veel van die stortplaatsen liggen er nu nog, afgedekt met een laagje grond zonder dat er sanering heeft plaatsgevonden. Ze worden nog steeds gemonitord door de Provincie Zuid-Holland, maar van saneren is tot op heden maar weinig gekomen.