Voormalige boezem polder Groot Hekendorp

De Hekendorpse Boezem

Tot aan het moment van de uitvinding van de stoommachine werden de polders in het Groene Hart bemalen met windmolens. Door het geleidelijk steeds verder  inklinken van die (grasland)polders moest het water alsmaar verder omhoog gebracht worden om af te kunnen laten op rivieren. Dit deed men door middel van het aanleggen van polderboezems die omkaad werden. Watermolens pompten dan water in de boezem wat vervolgens bij lage waterstanden op de rivier werd geloosd.  Ook in  de polder Groot Hekendorp welke is gelegen aan de noordkant van de Hollandsche IJssel tussen Oudewater en Hekendorp heeft men dit systeem toegepast. In het midden van de polder ligt een voormalige polderboezem, die eeuwenlang een belangrijke functie heeft vervuld voor de afwatering van de polder.
De polder Groot hekendorp wordt reeds in 1516 genoemd. Er wordt dan gerept over jaarlijkse bijdragen voor het onderhoud van sluizen, dijken en molens door het Groot Waterschap Woerden. De polder Groot Hekendorp behield samen met de polder Stein welke in het Hoogheemraadschap van Rijnland was gelegen, het langst van alle polders tussen de Oude Rijn en Hollandse Yssel zijn afwatering gericht op de Hollandse Yssel. De polder werd bemalen met een 2-tal watermolens, die aan de noordkant van de Hekendorpse Boezem stonden en het bezwaarwater door de boezem via de 'Heeckendorpse Sluys' onder de winterdijk door op de Hollandse Yssel loosden. Welk type molens er stonden is niet bekend maar na een 18e eeuwse kaart diepgaand bestudeerd te hebben is het vrijwel zeker dat het om standerdmolens van het type wipmolen ging. Op een kaart van 1670 getekend door Lustus en Davidt Vingboom staan de molens aangegeven als de 'Hekendorpse Molens'. Rond 1815 is men gestopt met de boezembemaling.Na het beëindigen van de Hekendorpse Boezem kreeg de polder toestemming om het water van Groot Hekendorp via een watermolen uit te slaan op de Dubbele Wiericke.

Topografische situatie begin 18e eeuw polder Groot Hekendorp met de boezem in het midden. Op de foto rechts is wat verder ingezoomd op de boezem. Op bovenstaande kaart staan twee de watermolens afgebeeld die in de polder Hekendorp voorkwamen. De watermolens,  van het type wipmolen, stonden bekend als de Hekendorpse molens. Een watermolen maalde het water uit de Achterwateringh via een maalsloot naar een tweede watermolen, die weer uitmaalde op de polderboezem welke in zuidelijke richting liep richting Hekendorpse Sluys. Via deze sluis werd het bezwaarwater weer geloosd op de Hollandsche IJssel. De twee waterwipmolens zijn in de 2e helft van de 19e eeuw afgebroken.

 

De plaatsen waar de molens in de boezem hebben gestaan zijn ook nu nog goed als licht verhoogde terreindelen terug te vinden. Ook de afvoerwetering tussen beide molens is nog aanwezig, maar die was tot voor kort grotendeels dichtgegroeid met moerasvegetaties. In het voorjaar vormen de oevers een geel lint van dotterbloemen, en ook in het aangrenzende drassige hooiland komen nog vele tientallen exemplaren voor. Wanneer de molens exact afgebroken zijn kon niet worden achterhaald: op een topografische kaart uit de periode 1838-1859 staan ze al niet meer aangegeven.

Voorstelling op een tegel van het oudste type standerdmolen zoals ze in het Groene Hart werden gebruikt vanaf de 16e eeuw. Datering: ca. 1940.

 

Foto links: Tekening van rond 1600 met de voorstelling van een standerdmolen met schoepenrad. Een grappig onderdeel wordt gevormd door personen die zijn weergegeven in combinatie met tekst. Het woord Tuyl bracht mij op het idee dat de personen wel eens de nar Tuyl Uylenspiegel zouden kunnen voorstellen. De personen rechtsonder doen moeite om uit het water te komen.

 

Foto links:en beeld van de  voormalige met riet en moerasplanten dichtgegroeide kolksloot in april 2003.

Foto rechts: De kolksloot in april 2010. De kolksloot is weer teruggebracht in de vorm van open water.

 

Op de achtergrond bij de bomen ligt de Achterwateringh en daar stond (op een terpje) een waterwipmolen. Aan de verhoging in het landschap is nog te zien waar de molen gestaan moet hebben.

Op de voorgrond heeft de tweede watermolen gestaan, eveneens op een verhoging.

Graslandje zuidelijk van de kolksloot met in de oevers een mooi lint van geelgekleurde dotters. Situatie 20 april 2010.

Het graslandje aan de noordkant van de kolksloot is door het recent instellen van een eigen (hoog)waterpeil flink vernat. 
Moerasplanten kunnen daarvan profiteren. Situatie 8 mei 2010.

 

Foto links: Bloeiende dotters op 15 april 2003

Foto rechts: Min of meer dezelfde situatie maar dan op 15 april 2010.

Polderboezems stonden regelmatig tijdelijk plasdras en soms ook wat langer volledig onder water. De periode van onder water staan was afhankelijk hoeveel regen er viel en of men water kon aflaten op de Hollandse Yssel. Eeuwenlang is er op die manier gewerkt. Doordat de boezem regelmatig onder water dan wel plasdras stond ontwikkelden zich fraaie moerasvegetaties met minder algemene plantensoorten. Daar zijn in deze boezem ook nu nog overblijfselen van terug te vinden.  Het grasland rondom de vroegere kolksloot is ook nu nog steeds aan de drassige kant. In het voorjaar staan er honderden dotterbloemen te bloeien. 

Foto links: Een beeld in zuidelijke richting met op de achtergrond de Winterdijk langs de Hollandsche IJssel. Situatie april 2003.
Foto rechts: De verlande greppels zijn  weer teruggebracht naar slootjes met laaggelegen natte oeverstroken. Situatie mei 2010.

 

In de langgerekte polderboezem lagen tot voor kort een aantal brede greppels waarlangs op natte plekken nog restanten voorkwamen van de vroegere moerasflora met o.a. dotters, zeggensoorten als scherpe zegge, zwarte zegge, blaaszegge en blauwe zegge. Er kwamen  zelfs nog een paar plukjes veenpluis voor, een plantensoort die in nat onbemest schraalland thuishoort. Toch was het gebied voor de genoemde moerassoorten om duurzaam te overleven aan de droge kant, ja zelfs te droog. Als dat zo zou blijven zouden deze soorten op termijn zeker gaan verdwijnen. 

Verschillende bijzondere plantensoorten zijn in de loop der jaren zelfs al uit de boezem verdwenen. Een van die soorten is de gulden boterbloem, die zo'n 35 jaar geleden nog massaal voorkwam en het vochtige boezemhooiland in het voorjaar (voordat scherpe boterbloemen gingen bloeien) geel kleurde. In de oevers langs de recent geplagde en verbrede greppels zijn inmiddels al een aantal moerasplanten verschenen zoals scherpe zegge, echte koekoeksbloem, reukgras.

 

De voormalige Hekendorpse boezem ligt er bij als een (Thijsse-Verkadealbum)plaatje. Met veel kleur door de vele pinksterbloemen, 
scherpe boterbloemen en veldzuring. De waterstand is nu op orde zoals die in een boezem behoort te zijn. Behoorlijk hoog zodat 
het water goed kan indringen in de toplaag van het maaiveld. 


Ik heb jarenlang een stille hoop gehad, dat de boezemfunctie in de polder Groot Hekendorp weer zou kunnen worden hersteld. De voormalige boezem  is inmiddels  volledig reservaat geworden, het gebied is eigendom van Staatsbosbeheer. De graslanden zijn onder voorwaarden verpacht aan boeren in de directe omgeving. Voor het weer terugbrengen als boezemsysteem was allereerst nodig het opknappen van de in het recente verleden afgegraven bekading en het periodiek vernatten van de boezem. Dat is inmiddels uitgevoerd. Er zijn nog plannen geweest om weer een watermolen in het gebied terug te plaatsen die gebruikt had kunnen worden om het functioneren als polderboezem wederom in ere te herstellen. Jammer genoeg is dat er niet van gekomen.

Ook in de aangrenzende polder Klein Hekendorp nabij Oudewater ligt een voormalige boezem. Wilt U er over lezen klik hier