Augustus 2017          Vertellingen uit het Groene Hart rond Reeuwijk-Gouda


De vondst van Cladium mariscus (galigaan) in Reeuwijk met de vraag:
Hoe natuurlijk is deze groeiplaats?

Tot mijn verbazing ontdekte ik in het buitengebied van  Reeuwijk op 11 augustus 2017 een groeiplaats van een mooie grote pol galigaan in bloei en er vlak bij een 2e kleinere. De planten staan in de oever van een tuin bij een vrijstaand huis. Nooit eerder ben ik in Reeuwijk galigaan als echt wilde plant tegen gekomen. De galigaan (Cladium mariscus) is een vaste plant die behoort tot de  cypergrassenfamilie (Cyperaceae). De plant komt van nature voor over de gehele wereld. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en matig afgenomen. De plant heeft een opvallend iets. De bladeren zijn aan aan de randen en aan de kiel vlijmscherp door de naar voren gerichte stekeltjes. Op zich is het niet uitgesloten dat deze soort vroeger wel in Reeuwijk in zijn natuurlijke milieu voorkwam.

                                                                                                                                                              Galigaan met bloeiaren

In het Reeuwijkse Plassengebied worden de laatste jaren in tal van tuinen (natuurvriendelijke begroeiingen)  en zgn natuurlijke oevers  aangelegd met gebruikmaking van (in potjes) gekweekte (wilde) moerasplantensoorten met als kenmerk dat ze hier van nature thuis horen. Het kweken, veredelen en uitzetten van wilde plantensoorten heeft de laatste jaren een enorme vlucht gemaakt, ook soorten die in Nederland zeldzaam zijn en op de rode lijst staan. In de Tempel in Reeuwijk zit een kweker die  gespecialiseerd is in het kweken en verkopen van water- en moerasplanten, ook zeldzame soorten als moeraswespenorchis en bijenorchis zit in zijn assortiment waaronder dus ook galigaan. De kennis om plantensoorten te kweken die in Nederland tot de zeldzame en bedreigde flora behoren is de laatste decennia enorm toegenomen. Dat heeft wel tot gevolg dat het steeds moeilijk wordt om te bepalen of een plantensoort in een natuurlijk milieu groeit dan wel is uitgeplant. Een soort die lokaal in het Reeuwijkse groeit en waarvan ik vrijwel zeker weet dat het niet om natuurlijke groeiplaatsen gaat is slangewortel. Ook het snoekkruid (geen Nederlandse soort) zie ik in het plassengebied zich op steeds meer plaatsen uitbreiden.

Toch maar even bij de mensen langs gegaan om te horen of zij de galigaan hier hebben geplant.  Volgens de eigenaar is de oever een aantal jaren geleden aangelegd door SDR uit Reeuwijk, maar is deze soort er niet bewust geplant. Wel is bij de aanleg grote lisdodde en riet aangebracht. Ik ga er dan ook vanuit dat de galigaan mee is gekomen in het plantgoed van  lisdodde/riet.

Overigens is het aanplanten van minder algemene moeras- en waterplanten niet altijd een succes. Bij de waterplanten gaat het soms mis in de zin dat het nogal eens om niet Nederlandse waterplanten gaat die voor veel overlast gaan zorgen zoals de grote waternavel en recentelijk in de polder Stein de waterteunisbloem. Ook voor de moerasplanten wil het niet zeggen dat soorten langdurig aanwezig behoeven te zijn. Als het milieu waarin de planten worden geplaatst ongeschikt is zullen  ze op termijn toch weer verdwijnen. En als er te extensief wordt beheerd zullen de wat sterkere inheemse plantensoorten gaan domineren met als gevolg overwoekering en weer verdwijnen.

 

De orchidee Breedbladige orchis (orchis majalis subsp. praetermissa)  te koop bij een plantenkweker.
Zelfs de bijenorchis en moeraswespenorchis zijn er te koop. In verschillende bermoevers binnen de stad Gouda groeien inmiddels verschillende orchidee-soorten. Zijn ze een handje geholpen of gaat het om natuurlijke groeiplaatsen? In ieder geval doet de breedbladige orchis het heel goed omdat er bij het beheer rekening mee wordt gehouden.

Ontsnapte Rosse stekelstaarteend met kuikens

De oorspronkelijk uit Noord-Amerika afkomstige Rosse Stekelstaart wordt veel in watervogelcollecties gehouden. Ontsnapte vogels en hun nazaten broeden vanaf 1973 in ons land. De landelijke aantallen namen allereerst langzaam toe, tot rond een tiental broedparen, maar lijken sinds ongeveer 2010 niet verder te groeien. Succesvolle broedgevallen zijn schaars. De verspreiding blijft beperkt tot enkele plekken in vooral West-Nederland. Ook in het Reeuwijkse Plassengebied langs de Twaalfmorgen worden diverse eendensoorten gehouden waaronder ook de rosse stekelstaart. Op 1 juni 2017 ontdekte ik een paartje wat rondzwom op geruime afstand van de plek waar de eenden worden gehouden. Daarna niet meer gezien tot ik op  16 augustus 2017 een vrouwtje in de vrije natuur zag zwemmen met drie kuikens.

Paartje rosse stekelstaarteenden langs de Twaalfmorgen in Reeuwijk op 1 juni 2017.

 

De rosse stekelstaart is een exoot uit Amerika die door ontsnapping en vrijlating uit collecties in de vrije natuur is beland. In Engeland is een vrij grote wilde populatie ontstaan. Vanuit Engeland vestigt de soort zich ook elders in Europa. De soort hybridiseert met de Witkopeend waarvan een deelpopulatie in Spanje voorkomt. Door jacht en vernietiging van broedbiotoop was de stand van de Witkopeend in Spanje teruggelopen van 400 vogels in 1950 tot 22 in 1977. Door beschermingsmaatregelen is de soort sindsdien toegenomen tot momenteel zo'n 2.000 vogels. De Spaanse Witkopeend wordt door de hybridisatie in het voortbestaan bedreigd. In Engeland is een programma gestart om de rosse stekelstaart via jacht terug te dringen. De provincie Zuid-Holland heeft in het kader van de bestrijding van exoten besloten tot een aanwijzing, waarin de rosse stekelstaart als te bejagen exoot wordt genoemd. Volgens de aanwijzing mag in Zuid-Holland bestrijding van de rosse stekelstaart middels jacht plaatsvinden.

De ontsnapte woerd van de rosse stekelstaarteend op 1 juni 2017 langs de Twaalfmorgen in Reeuwijk.

Vrouwtje rosse stekelstaarteend met drie kuikens op 16 augustus 2017 langs de Twaalfmorgen in Reeuwijk.