Nieuwsbrief Oktober 2020


Fotoalbum: Oktober 2020


Weidevogelseizoen Voorjaar 2020 Reeuwijk/Haastrecht.
Overmatige predatie en voedseltekort voor gruttokuikens nekt de broedpopulatie meer en meer


Dit voorjaar heb ik veel tijd besteed aan de weidevogels in verschillende reservaten in de omgeving van Reeuwijk en Haastrecht.

Het accent van het onderzoek was vooral gericht op het broedsucces van grutto's. De Nederlandse gruttobroedpopulatie staat onder druk waarbij het ontbreken aan voldoende broedsucces het probleem vormt. 

 

In de rood omlijnde gebieden waar intensief onderzoek is uitgevoerd naar hoeveel gruttokuikens er vliegvlug zijn geworden gingen veel nesten en kuikens verloren. Predatie en het onvoldoende beschikbaar zijn van insecten voor een goede opgroei van de gruttokuikens speelden daarbij een grote rol. 

 

 

Hieronder kunt U meer lezen over de onderzoeksresultaten van de verschillende reservaten waar onderzoek is gedaan dit voorjaar?


Machinaal klepelen als beheermaatregel. Ontwikkelingen.


Historie

Afgelopen week liep ik langs een berm die pas was gemaaid. Geklepeld, het gewas vermalen en niet afgevoerd. Onwillekeurig gingen mijn gedachten naar het verleden toen veel bermen nog zo prachtig bloemrijk waren. Daar was een reden voor. In vroegere tijden toen boeren in het Groene Hart hun graslanden nog extensief gebruikten was ook toen al het aanleggen van een wintervoorraad hooi een absolute noodzaak. Aan de hoeveelheid hooi in de hooiberg kon je eind augustus zien of er voldoende hooi was gewonnen. Het aantal stuks vee wat men hield was beperkt en de mest was onvoldoende om al het grasland te mesten en de mestgift was  zo beperkt dat percelen gebruikt werden als onbemest hooiland. Ten dele werd de bemesting aangevuld met bagger uit de sloten en stadscompost die werd gekocht.
Overhoekjes en bermen in de buurt van de boerderij werden met de hand gemaaid door de boer, daggelder of boerenknecht. Het gemaaide gras werd gevoerd aan de varkens want het melkvee liep in de wei. Het personeel op de boerderij mocht ook een melkgeit houden en men liet die grazen op dijktaluds, bermen en overhoekjes zodat die kort werden gehouden. Bemesting vond nauwelijks plaats dus genoemde plekken verschraalden waardoor ze steeds bloemrijker werden. 

Ontwikkelingen landbouw

In de huidige intensief gebruikte agrarische graslanden komen maar weinig bloemen voor. Ook vroegere algemene plantensoorten als  kruipende en scherpe boterbloem zag je tot voor kort steeds minder. Toch lijkt er iets aan het veranderen te zijn. De laatste tijd is er in de media veel te doen geweest over de enorme afname van de insectenwereld  waarbij het gebruik van bepaalde bestrijdingsmiddelen als de boosdoener werd aangewezen. Ook in het moderne graslandbeheer worden regelmatig herbiciden zoals o.a. roundup gebruikt om ongewenste plantsoorten  via chemisch bestrijding uit het grasland te verwijderen. Daarbij gaat om plantensoorten als vogelmuur, hondsdraf, akkerdistel, krul- en ridderzuring en dus ook de genoemde kruipende en scherpe boterbloem.
Ook de Overheid, boeren en burgers beginnen steeds meer in te zien dat de race van alsmaar intensiveren samengaat met een steeds verdere ecologische verarming van de biodiversiteit. Inmiddels wordt ook duidelijk, dat de enorme stikstof- en fijnstofbelasting van het milieu een halt moet worden toegeroepen. Daar was zelfs een inmiddels rechterlijk besluit voor nodig. 


Minder klepelen, resultaat meer bloemen

Klepelen, het maaien/fijnmalen van gewas en laten liggen is voor mij al jaren een ergerlijke beheermaatregel. Tot enkele jaren terug zag ik op mijn zwerftochten door het Groene Hart  veel bermen, overhoekjes  en schouwpaden welke werden geklepeld. Aantrekkelijk omdat het de goedkoopste manier van beheer is, dat wel dus, maar klepelen levert maar weinig biodiversiteit op. 
Maar hier en daar zie ik toch positieve ontwikkelingen en stapt men over naar een andere manier van beheer. De Gemeente Gouda is daar een positief voorbeeld van. Daar is men al een aantal jaren geleden al overgestapt naar maaien en afvoeren van gewas en de positieve resultaten zijn in de Goudse bermen terug te zien. Ook de Gemeente Reeuwijk/Driebruggen heeft inmiddels deze overstap gemaakt en ook hier zie je verschillende bermen al weer wat bloemrijker te worden. Soms een handje geholpen met het inzaaien met natuurzaden maar dat kan zonder problemen.
Ook een aantal bermen langs wegen  in de Krimpenerwaard wordt sinds kort gemaaid en het gewas afgevoerd. Daar laat men soms delen wat langer ongemaaid wat speciaal gedaan wordt voor de insecten zodat die ongestoord kunnen overwinteren.  


Geklepelde berm langs fietspad. De vegetatie wordt fijngemalen en blijft liggen.
Foto: 24 oktober 2020.


Geklepelde graslandpercelen in de Goudse Hout. Na het beëindigen van het agrarische beheer is men de percelen jaarlijks gaan klepelen . Met als resultaat verruiging met een forse uitbreiding van o.a. koolzaad, fluitenkruid en ridder- en krulzuring. Na enkele jaren van klepelen waren de vanouds bloemrijke percelen botanisch sterk verarmd. De zomerganzen profiteerden er wel van en namen flink toe als broedvogel. Foto: 25 april 2014.


Wat is klepelen?

Klepelen is het fijnmalen van ruige begroeiingen als ruw gras, waarbij het gras na het maaien blijft liggen. De vegetatie wordt klein geslagen. Omdat het natuurlijke afval composteert en achterblijft, vloeien de voedingsstoffen deels weer terug de grond in - wat resulteert in een vermeerdering van de vrij eenzijdige begroeiing van grassen en ruigtkruiden met een dominantie aan soorten als fluitenkruid, brandnetels en koolzaad.

Maaien en ruimen gewas: Ecologisch maaien.

Bij ecologisch bermbeheer wordt de rijkdom aan biodiversiteit bevorderd middels verschraling. Zodoende worden flora en fauna bij een doordacht ecologisch beleid, na de maaigang, de ruimte geboden zich te herstellen. Maaien en ruimen biedt daarbij de beste combinatie voor het behouden van de natuurwaarden in de berm.


Geklepelde dijkberm langs de Enkele Wiericke in Reeuwijk.
Foto: 14 mei 2012.


Speciale maaimachine

Vrijwel alle bermen in de Gemeente Reeuwijk/Driebruggen hebben inmiddels een aangepast beheer. Ze worden na de bloei
van de planten gemaaid met een maaimachine die gelijk het gewas opraapt in een aanhanger.
De loonbedrijven van van Vliet en de Heer zijn hier in gespecialiseerd. Foto: 23 juli 2020.


Fotoalbum: Bloemrijke bermen in de Gemeente Gouda
(maaien en afvoeren gewas)


Fotoalbum: Bermen/graslanden klepelbeheer


Zeldzaam: Franse reuzenezel

Ook als je al 74 jaren op deze aardkloot rondloopt ben je nog steeds niet te oud om nog wat bij te leren. Was een rondje polders Groene Hart aan het maken en stond een grote paddenstoelen heksenkring te fotograferen in de Hoenkoopse Buurt bij Hekendorp. Twee mensen kwamen aanlopen met drie ezels bij zich, twee gewone ezels, en een opvallend groot exemplaar met heel lang haar. Totaal onbekend voor mij en daar wilde ik wel eens wat meer over weten. Dus een praatje aangegaan en de eigenaar vertelde mij,  toen hij merkte dat ik interesse had,  vol trots dat het een Franse reuzenezel betreft.

De Poitou-ezel (ook wel Baudet du Poitou of Franse Reuzenezel genoemd) is één van de grootste ezelrassen.  Ook is dit één van de oudste en zuiverste ezelrassen. Ze zijn, naast hun grootte, opvallend door hun vaak lange vervilte vacht.

Geschiedenis

De geschiedenis van de Poitou-ezel gaat terug tot in de tijd van de Romeinen. Het stamboek is ontstaan in 1884. Tegenwoordig is de Poitou-ezel ook in zijn vaderland Frankrijk een zeldzaam ras geworden. In 1977 waren er wereldwijd nog maar 44 Poitou-ezels over. Dankzij het op tijd ingrijpen van fokkers waren dit er in 2004 wereldwijd alweer 400.

Er zijn twee soorten stamboeken: het eerste is "livre A", speciaal voor pure Poitou-ezels. Om bij Livre A te worden ingeschreven moet de ezel ouders hebben die allebei uit Livre A komen. "Livre B" is bedoeld voor dieren die een lagere concentratie Poitou-bloed dragen. Om als ezel hierbij ingeschreven te worden moet één van de ouders een dier uit Livre A zijn en de andere ouder een uit Livre B of onbekend. Zo hoopt men uiteindelijk de pure Poitou-ezel weer terug te fokken.

Franse reuzenezel. Foto: 31 oktober 2020
Meer lezen? Klik op: https://www.bokt.nl/wiki/Poitou-ezel


Bokjes

De meeste mensen kennen de watersnip wel, al is het van het vroegere briefje van 100 euro. Bokjes zijn kleiner dan watersnippen en komen alleen in Nederland voor als trekvogel/pleisteraar in het voorjaar, najaar en winter. Ze hebben een opvallend gedrag. Ze blijven lang zitten en vliegen pas weg als je er bijna op trapt. Bij het wegvliegen zijn ze zwijgzaam, vliegen meestal in een rechte lijn weg en vallen al weer snel in. Ze zoeken hun voedsel graag langs oevers van sloten en moerassen die extensief in gebruik zijn. In agrarische graslanden met een lage waterstand zal je ze niet snel aantreffen. Afgelopen maand had ik 2 waarnemingen, beide exemplaren in reservaten langs gemaaide oevers. Ook in dit geval stootte ik de exemplaren op toen ik er bijna bovenop stond.

Bokjes heb ik ooit heel goed kunnen waarnemen en fotograferen in de winter toen het flink winterde. In Zuid-West Nederland in een slootje dat niet dichtvroor omdat het water brak/zout was door opgestuwde zoute kwel. Onderstaand een klein fotalbumpje. 

Onderste vogel een watersnip. De bovenste vogel een bokje.
Foto: 23 januari 2013 Zeeland


Fotoalbum: Bokje