Schapen in de wei en schapenrassen


Steeds meer schapen en schapenrassen bevolken de graslandpolders in het Groene Hart van West-Nederland. Van oudsher bepaalden koeien het landschapsbeeld in deze polders, maar meer en meer boeren houden vanuit bedrijfsmatige overwegingen de koeien het hele jaar op stal. Of het melkvee gaat pas naar buiten als al het grasland van het bedrijf voor de 1e keer gemaaid is. Schapen houden is niet al te moeilijk. Allereerst zijn ze niet zo duur dus ook een hobbyboer kan een flinke koppel schapen houden. Nogal wat boeren houden naast koeien ook een koppeltje schapen. Daarnaast scharen professionele schapenhouders bij veeboeren koppels schapen in, vooral in het najaar en winter. De vraag naar schapen is groot, vooral bij Nederlanders van allochtone afkomst.
Schapen kunnen het hele jaar buiten lopen en er is niet al te veel omkijken naar nodig, maar ze moeten wel periodiek gecontroleerd (en/of behandeld) worden op ziekten als kreupelrot, worminfecties, scrapie (zenuwziekte) en schurft. Regelmatig tellen is ook belangrijk want voor het weet ben je een schaap minder rijk. In het waterrijke Groene Hart met zijn vele sloten komen nogal wat schapen om door verdrinking. Daarnaast is er nog een ander risico. Schapen komen nogal eens op hun rug te liggen en hebben door hun lichaamsbouw grote moeite om weer overeind te komen. Als ze te lang gaan blijven liggen gaan ze dood. Het meest gehouden schaap in Nederland is de Swifter. Het Swifter schaap is ontstaan uit een kruising tussen de Texelaar en het Vlaamse schaap.


Fotoalbum: Swifter schaap


Schapen met een geelgekleurde rug. Voor de boer is dat de bevestiging dat de schapen gedekt zijn door de ram. 


Schapen op het ijs lopend voedsel zoekend langs de oever van een sloot. Dat ze dit doen is begrijpelijk want het  is aantrekkelijk 
voor ze omdat de hoog opgaande vegetatie in de oevers bereikbaar en eetbaar is. De schapen kennen het verschil niet tussen dik en 
dun ijs en lopen het risico om door het ijs te zakken. Door hun gezwerf over sloten komen ze soms ook op de openbare weg terecht.


Clun Forest schaap

Een tijdje  geleden maakte ik in de Utrechtse Lopikerwaard oostelijk van Schoonhoven een fietstochtje en zag in een graslandperceel een aantal schapen die mij onbekend overkwamen. Foto's gemaakt en thuis op zoek gegaan om welke soort het precies gaat. Het bleek om het Clun Forest schaap te gaan. Net als diverse andere rassen in Groot-Brittannië is deze schapensoort voortgekomen uit kruisingen van andere schapenrassen. Het Clun Forest schaap is een vlees/wol ras. Het is een vruchtbaar ras; het aantal levend geboren lammeren ligt rond 1,7. Circa 70% van de ooien werpt op éénjarige leeftijd. De ooien lammeren gemakkelijk, zelden is hulp nodig bij de geboorte. De ooien zijn melkrijk en hebben zeer goede moeder eigenschappen. In 1925 werd het Clun Forest stamboek in Groot Brittannië opgericht.

 


Kameroenschaap

Tijdens een bezoekje aan het eiland Tiengemeeten op 6 mei 2023, een eiland in het Haringvliet, kwam ik een voor mij onbekend schapenras tegen. Het bleek om Kameroenschapen te gaan. De naam Kameroenschaap verraadt de herkomst van dit ras. Het oorsprongsgebied van dit schaap, dat opvalt doordat het geen wol heeft maar haar, ligt in het westen van centraal Afrika. Waarschijnlijk zijn deze schapen als proviand voor bemanningsleden op handelsschepen in Europa terecht gekomen.  Het ras zoals we het nu kennen is pas vijftig jaar geleden ontwikkeld in dierentuinen en bij particulieren.


Suffolk schaap

De oorsprong van dit schaap ligt in Engeland. Door Norfolk horn ooien met Southdown rammen te kruisen is het ras 
suffolkschaap ontstaan. Het kenmerk van dit schaap zijn de zwarte kop, poten alsmede de prima wol. Ze groeien snel. Na vier 
maanden wegen ze al meer dan 40 kilo en zijn dus snel slachtrijp. Het is een rustig ras. Ik kom ze niet veel tegen in het Groene Hart.


De rode plek op de achterrug van de suffolkschapen geeft aan dat de ram zijn werk heeft gedaan.


Op de linkerfoto de ram van het suffolk schaap met onder zijn buik een dektuig waar een krijtblok in zit. Rechts is te zien dat het 
om blauw krijt gaat. Na elke dekking blijft er op de achterrug van een schaap krijt achter waardoor de boer weet dat dit 
schaap gedekt is.


Rackaschaap

De laatste jaren worden er rond Reeuwijk en het Reeuwijkse Plassengebied steeds meer rackaschapen gehouden door hobbyisten. Dit Hongaarse schaap heeft kurkentrekkerachtige horens, een lange staart en een gekrulde vacht. Het is een zeldzame soort waarvoor allerlei beschermingsmaatregelen zijn genomen. Rammen en ooien hebben beiden horens die kunnen uitgroeien tot maximaal een halve meter.


Fotoalbum: Rackaschaap


Soay schaap

Soay schapen stammen vermoedelijk af van schapen die de Neolitische boeren in het stenen tijdperk naar Engeland brachten.
Dit schaap dankt zijn naam aan het eiland Soay, dat deel uitmaakt van de Saint Kilda-eilanden. Deze eilandengroep ligt 180 km. 
ten westen van Schotland in de Atlantische Oceaan en was tot 1957 eigendom van de Markies van Bute. Soay schapen worden in 
Nederland vooral gehouden op landgoederen en in parken. De kudde op de foto's graasde half september 2009 in een natuurgebied v
an de Stichting Het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) nabij Berkenwoude. De schapen worden in dit reservaat als levende maaimachine's 
gebruikt om de vegetatie van dit natuurgebied kort te houden.



Kerry hill schaap

Dit van oorsprong Engelse ras is afkomstig uit de streek rond Wales. Ze worden in het Groene Hart maar weinig gehouden. 
De schapen hebben een prachtige koptekening met zwarte vlekken. Ook de poten hebben zwarte vlekken.


Drents heideschaap

Het Drents heideschaap is het oudste schapenras in West-Europa. Migranten brachten het ras waarschijnlijk vanuit Frankrijk mee 
naar Nederland. 6000 jaar geleden kwam het al voor in Drenthe heeft archeologisch onderzoek aangetoond. De schapen zijn rank 
gebouwd, hebben een lange wollige staart die tot voorbij de hakken kan reiken.  Het ras wordt verdeeld in het oude en het nieuwe type. 
Het nieuwe type is ontstaan uit kruisingen met het Schoonebeeker heideschaap en heeft onder andere een krommere neus en kleinere 
hoorns. De meeste hedendaagse Drentse heideschapen zijn van het nieuwe type.


Sfeerplaats van tegenlicht met een 3-tal Drentse heide schapen op het landgoed Linschoten. Genomen met Canon 300 mm lens. 
Op de voorgrond ijs in de sloot.


Quessant schaap

Ram van het ras Ouessant schaap. Dit schaap dankt haar naam aan het eiland Ouessant dat voor de westkust van Bretagne ligt, 
in de Atlantische oceaan. Het is het kleinste schapenras ter wereld en bijzonder gehard. Ze stellen geen hoge eisen aan voeding en 
verzorging en ziekten komen niet of nauwelijks voor. Iedereen bedankt voor de  spontane reacties over de soortnaam van dit schaap Meerdere mensen lieten mij weten dat het om een quessant schaap gaat, waaronder een deskundige die verbonden is aan de Stichting zeldzame dierrassen.